
Aflevering 5: “Ik geloof niet in een maatschappij van zeventien miljoen patiënten die zichzelf weer moeten uitvinden”
In de podcast ‘Het geluid van niks’ nemen we je mee naar plekken waar het geluid uit is gegaan door corona. Inmiddels gaat door de versoepelingen het geluid langzaam weer aan op de meeste plekken. We mogen weer het terras op tot tien uur ‘s avonds, we mogen weer naar de bioscoop, het theater, en de meeste andere binnen-locaties zijn ook weer geopend. In de vierde en laatste aflevering spreek ik met ontwikkelingspsycholoog Steven Pont. Hij is deskundig op het gebied van het gedrag van het individu, en kan dus veel vertellen over het effect van de lockdown op ons als mens. In deze aflevering bespreken we de effecten, maar kijken we ook vooruit naar de toekomst, die ons hopelijk weer rooskleurig tegemoet komt.
Steven vertelt dat we tijdens de lockdown een aantal dingen hebben ontdekt: “We hebben gemerkt hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn. De positieve kant is dat we weer leren genieten van dingen die we eigenlijk gewoon als normaal achten. Er zijn ook mensen die een knauw hebben gekregen, die via somberheid in een depressie zijn geschoten.”
Het onderzoek van Zilveren Kruis kaartte aan dat de jongeren tussen de 18 en 24 jaar het meest last hebben gehad van de beperkingen. Steven vertelt dat dit logisch is, omdat het ritme van jongeren best wel hoog ligt in wat ze dagelijks doen. Voor ouderen is dit heel anders: “Het is zo dat die breinhonger bij tachtig jarigen niet zo groot is. Als je vraagt aan opa: Wat ga je morgen doen? Dan zegt hij bijvoorbeeld: Ik ga morgen mijn nieuwe bril ophalen, en dat is dan de dag. Jonge mensen doen dit achteloos tussen alle dingen door. Het lage toerental van de ouderen matcht met het lage toerental van de maatschappij, maar ook zij hebben behoefte aan sociaal contact.”
Nu de maatschappij weer langzaam op gang komt, willen we de honger in ons brein stillen door weer heel veel te gaan doen, zoals op het terras zitten. Steven gelooft er niet in dat we overprikkeld raken doordat we straks te veel dingen tegelijk willen gaan doen. “Daar zijn de meningen over verdeeld. Ik denk, als je eenmaal op het terras hebt gezeten, dan ben je er wel weer. De eerste keer heb je het euforische gevoel, maar daarna normaliseer het bestaan van zoiets. Ik geloof heel erg in de veerkracht van mensen. Dan denken we: Het was moeilijk, maar we slaan het stof van onze schouder. Ik geloof niet in een maatschappij van zeventien miljoen patiënten die zichzelf weer moeten uitvinden.”
Luister hier de hele aflevering met ontwikkelingspsycholoog Steven Pont: Het geluid van de toekomst.